
Steeds vaker zie ik kinderen met een motorische achterstand. Toen ik in Mongolië op vakantie was en ik daar vrijwilligerswerk deed in een zomerkamp voor straatkinderen, viel dit mij voor het eerst heel erg op. De kinderen in Mongolië liggen ver voor op de motorische ontwikkeling van de kinderen die ik door de jaren heen gezien heb.
‘Onze’ kinderen kunnen daar zelf niet zoveel aandoen. Het wordt ons als ouders ook steeds gemakkelijker gemaakt, door zitjes, wipstoeltjes, autostoeltjes etc. Het autostoeltje kan ook niet meer anders, maar toch beperk je een kind hiermee. Dus zorg ervoor dat je kind ten alle tijd genoeg beweegt en genoeg mag bewegen.
Hieronder een artikel hierover wat ik vond op LinkedIn.
——————————————————————————————————————————————
Anno 2018 zitten baby’s in wipstoeltjes, in speeleilanden en zelfs in speciaal ontworpen potten. Heel handig natuurlijk, maar met een keerzijde. Inmiddels kampt 23,5% van de kinderen tussen 6-12 jaar met een serieuze motorische achterstand.
Kinderen zijn in essentie beweging. Zet maar eens muziek aan, kijk naar de glimlach en hoe de kinderen natuurlijk in beweging komen.Door te bewegen leren kinderen, ontdekken zij de wereld, zichzelf en andere mensen. Door te bewegen ontwikkelen zij hun brein en geheugen. Beweging is de motor tot het floreren van onze kenniseconomie: kinderen die veel bewegen ontwikkelen zich sociaal, emotioneel en cognitief beter dan kinderen die te weinig bewegen. Beweging creëert een vruchtbare voedingsbodem om kinderen een lang, gelukkig en gezond leven te kunnen bieden. In connectie met zichzelf en anderen.
Vroeg begonnen is vroeg gewonnen
Als kinderen tussen 0 en 7 jaar onvoldoende bewegen, dan heeft dit een negatieve invloed op de brede ontwikkeling. Zij lopen het risico op problemen met gewicht, fitheid, hart- en vaatziekten, gedragsproblemen, leerproblemen, angsten en stagnatie in de relatie met zichzelf en met anderen.
Dit zien we nu terug bij 25,5% van de kinderen tussen de 6 en 11 jaar die bewegingsachterstanden hebben en te dik zijn. Voor het zevende levensjaar zitten namelijk de meeste gevoelige en kritieke periodes om bepaalde functies te ontwikkelen, bijvoorbeeld: motoriek, gevoelens, hechting, omgaan met leeftijdsgenoten, waarnemen, klankontwikkeling, rekenen, taal (0-6 jaar).
Kortom, jonge kinderen niet horen te zitten, maar te bewegen. Veel, luidruchtig, vrij en begeleid, lekker doen. En dan nu: hup naar buiten! Of lekker dansen natuurlijk.